RECENSIE 05/10/2021

ARC, Richard Osinga

ARC richard osinga recensie

Volwassen roman

ARC (2021)

Ons geheugen is alles voor ons – de Amerikaanse bioloog Neil Canterbury drukt het zijn studenten elk jaar weer op het hart. Zonder onze herinneringen zou het zijn alsof ons leven niet heeft plaatsgevonden. Neil weet waar hij het over heeft, want hij promoveerde ooit op de vernieuwende theorie dat de mens oorspronkelijk geen herinneringen kon opslaan, tot een virus dat vermogen op ons overbracht.

Neils theorie heeft inmiddels al jarenlang stof liggen te vergaren, wanneer hij naar de Indiase stad Varanasi gaat voor een congres. Die reis verloopt anders dan hij van tevoren had gepland. Zijn belevenissen raken vervlochten met die van een ambitieuze Nederlandse neurologe en met de levensloop van een klassieke Indiase dichter. Een eeuwenoude mystieke traditie en modern wetenschappelijk onderzoek naderen elkaar tot op een haar na. Wanneer een onbekende Indiase wetenschapper Neil benadert met opzienbarend nieuws, gaat alles wat hij van het leven weet op de helling.

Een virus

In zijn nieuwe roman ARC introduceert Richard Osinga de lezer een virus met dezelfde naam: het Arc-gen. Zoek op google naar een definitie en je komt vooral op medische websites waar de gemiddelde Nederlander meteen de weg kwijt raakt. In ARC geeft Osinga daarom het woord aan de Amerikaanse neurobioloog Neil Canterbury, wie in de eerste hoofdstukken net voor een grote groep studenten staat en uitleg geeft over zijn levenswerk.

Het ARC-gen is een virus, beschrijft Neil Canterbury. En dit virus heeft er ooit – in een heel ver verleden – voor gezorgd dat de mens in staat is om herinneringen op te slaan. Of anders gezegd: dit virus heeft ervoor gezorgd dat de mens ook daadwerkelijk een mens kan zijn.

“Het heeft er dus alle schijn van dat een van de functies van onze hersenen die wij als essentieel achten voor ons welbevinden, die cruciaal is voor ons vermogen om te leren, een functie zonder welke we ons geen bewustzijn kunnen voorstellen, ooit door een virus verwezenlijkt is.”

Als de lezer dat eenmaal begrijpt, stelt Osinga echter meteen een volgende vraag. Neil Canterbury en zijn theorie worden flink aan de tand wordt gevoeld tijdens een congres in de Indiase stad Varanasi: want is dit virus ooit wel helemaal verdwenen? 

Het perspectief van Neil Canterbury is nog maar de eerste in deze roman. Aan de andere kant van de wereld ontmoeten we de ambitieuze Nederlandse neurologe Maja wie een vijftigjarige cliënt treft die in een diepe slaap is gevallen, en niet meer wakker wordt. En dan komt er ook nog ergens een eeuwenoude sekte in India op het toneel. Deze drie perspectieven zullen samenkomen tot een bizar maar betoverend verhaal waar een enkele vraag steeds de kop op steekt. Wat maakt ons eigenlijk mens?

De fijne lijn tussen fantasie en geloofwaardigheid

Ja, bizar maar betoverend is hoe ik ARC omschreef toen ik het boek uit had. ARC stond al even te wachten in de kast. Voor sommige boeken moet je de tijd nemen, dit was er zo eentje. Na het lezen sta ik echter voor een nieuwe uitdaging, eentje waar de tijd me waarschijnlijk niet bij zal helpen. Hoe ik dit boek moet beschrijven is namelijk een lastige. Sciencefiction of misschien een literaire thriller? Het is veel en tegelijk vooral zo uniek. 

Gedurende het boek bewandelt Osinga de fijne lijn tussen fantasie en geloofwaardigheid. De drie perspectieven spelen in andere tijden en plaatsen, maar gaan steeds meer in elkaar op. En het is mede door deze samenloop en de aanwezigheid van de eerder genoemde sekte dat van deze roman een pageturner maakt. De sekte gelooft, in tegenstelling tot de keiharde wetenschap van Neil’s theorie over het Arc-gen, in iets anders als het op herinneringen aankomt. Zij geloven dat zodra iemand sterft zijn of haar herinneringen zich als een druppel bij de zee voegen. En dat al deze herinneringen beschikbaar blijven:

“Wij zorgen voor de doden, wij wassen het lichaam, we helpen bij het maken van de brandstapel, en nadat het vuur gedoofd is, verzamelen wij de as. Wij geven, en we nemen. Wat we nemen zijn de herinneringen van de doden. Wij bewaren ze, want we geloven dat zij het goddelijke vormen dat in elk levend wezen is.”

Wetenschappelijk onderzoek naar eiwitten ontmoet het drinken uit schedels en het bereiden van menselijk vlees. De tegenstelling tussen deze twee kanten, en de inwendige strijd die Neil Canturbury hierdoor ervaart, zou het voor mij makkelijk maken om deze roman in het hokje “wetenschap versus spiritualiteit” te stoppen. Om zo een poging te doen om dit verhaal handen en voeten te geven voor de volgende lezer. Echter zal deze volgende lezer het met me eens zijn dat ARC over zoveel meer gaat. En dat op de plaats van ‘versus’ misschien eerder ‘en’ zou moeten staan. 

Na afloop verwacht je als lezer bijna een nawoord met een toelichting wat wel of niet waar is. Dit volgt echter niet. En de afwezigheid van een verklaring zorgt voor nog een extra schepje bovenop deze desoriënterende leeservaring. Ook de lezer twijfelt na afloop aan wat nu wel of niet mogelijk is. Ergens tussen deze twee keuzes in zweeft ARC de roman. Een duizelingwekkend maar vooral ijzersterk verhaal.

“Je moet loslaten,’ zegt Dharma. ‘Vragen stellen bij alles wat zeker lijkt, en aanvaarden wat mogelijk is. Niet andersom.’” 

Details

Titel: ARC
Auteur: Richard Osinga
Uitgever: Wereldbibliotheek
Datum van verschijnen: mei 2021
Blz: 240
ISBN: 9789028451421

Dank aan de uitgeverij voor de verrassing!
Het boek is te koop bij je (online) boekhandel; koop een boek, koop lokaal!

Koop het boek bij Libris.

You Might Also Like

Leave a Reply

Geverifieerd door MonsterInsights