Als sinds ik me kan herinneren ben ik een lezer. Van de eerste 365 verhalen voor het slapengaan die mijn moeder elke vond voorlas tot de Donald Ducks van mijn broers die ik zelf niet altijd even voorzichtig doorbladerde. Van een tijdschrift over Disney tot Barbie boeken, boeken over dolfijnen (dé trend in groep 6) en de meest spannende verhalen over heksen. Ik verslond boeken als kind. Ik ging naar de bieb en kwam met de grootste stapels thuis. Een stapel die met een rap tempo ook weer uit was. Ik las, ik leerde; het was nooit genoeg.
Ik was een lezer, totdat ik op de HAVO kwam en lezen simpelweg niet meer leuk was.
Nee, lezen was niet meer leuk toen ik op de middelbare school kwam. Vanwege de Nederlandse lessen, maar ook vanwege het gat dat in mijn beleving viel tussen de “kinderboeken” en de volwassen literatuur. Ik wilde niet aan de klassiekers of de volwassenen Nederlandse literatuur. Kwam zelfs maar met moeite door de lijst en las eerlijk gezegd niet eens alle boeken die erop stonden. De uitjes naar de bibliotheek werden minder en bleven uiteindelijk uit. Ik wist niet waar ik het moest zoeken. Want waar waren mijn meeslepende avonturen gebleven waardoor ik niet kon stoppen met lezen. En mijn reisjes naar het verleden in de historische boeken? Waar waren de personages waar ik mezelf in kon herkennen en die mij een veilig gevoel konden bieden? Antwoorden zouden kunnen geven?
In plaats daarvan kreeg ik Twee vrouwen van Harry Mulisch onder m’n neus. Eén van die befaamde klassiekers waar het Nederlandse schoolsysteem zo van overtuigd is. Natuurlijk is Twee vrouwen een goed boek, maar waarschijnlijk is het niet het beste boek om hardop voor te lezen in een klas met giechelende, hormonale tieners. Ik weet dat dit probleem iets groters is, iets van een groter systeem. Maar ergens voelt het ook als onwil, je aan iets vast willen houden aan je befaamde klassiekers. Want ik geloof niet dat er geen andere boeken waren die mij wel hadden kunnen bekoren.
Want ik was 15 toen The Hunger Games uitkwam en hoewel de entree van het Young Adult sub genre nog iets langer op zich liet wachten in Nederland, geloof ik zo dat er genoeg boeken van Nederlandse bodem waren die voor mij het “gat” hadden kunnen dichten. Maar ik had geen docent die deze wens – mijn intense verlangen naar verhalen – zag. Dus daar ging mijn leesplezier, zo de prullenbak in. Alles wat achterbleef was een vage herinnering aan veel te laat opblijven om mijn boek uit te lezen. Aan die fijne fietsritjes naar de bibliotheek om met een volle tas weer naar huis te gaan. Een glimlach van herkenning als ik een favoriet boek tegenkwam onderin mijn kledingkast, maar een ritje naar de bieb volgde er niet.
Ik zou het lezen pas weer op m’n 17e ontdekken in Het Diner van Herman Koch. Een schrijversbezoek zette voor het eerst in jaren een boek op mijn verlanglijstje en Het Diner blijft een meeslepend verhaal waar ik met een zeer positief gevoel op terugkijk. Maar het resulteerde in een leeservaring die totaal niet te vergelijken was met mijn liefde voor boeken als kind. Dat kwam pas veel later terug, ergens rond de 23 jaar. Omdat ik er zelf bewust naar op zoek ging, iets zocht om mijn reistijd naar mijn HBO opleiding te verzachten. Ik las The game of Thrones serie, meer boeken van Herman Koch en klassiekers als The Kite Runner. Rolde via “booktube” in het genre van YA en andere Engelstalige boeken. Boeken kwamen weer in mijn vizier, maar ik weet dat veel andere jonge lezers dat als volwassenen nooit meer is gelukt.
Ik vraag me soms af welke boeken ik allemaal gemist heb en welke favorieten ongelezen zijn gebleven. Allemaal omdat lezen iets negatiefs was geworden; iets onbereikbaars, iets wat moest, iets waar ik mezelf niet meer in kon verliezen of herkennen. Ik vraag me af hoeveel volwassenen nog steeds met verveling terugdenken aan de Nederlands lessen en zuchten en steunen bij het idee dat zij hun kinderen ook boeken moeten gaan aanbieden. Er is iets misgegaan.
En nu ben ik 28 en kijk ik naar het stapeltje boeken op de foto. Dit is maar een kleine greep van al het moois dat nu beschikbaar is voor de jongvolwassen in Nederland. Oorspronkelijk Nederlands en in vertaling, graphic novels en traditionele coming-of-age romans. Verhalen over meisjes die verliefd worden op andere meisjes, over jonge tieners die jongvolwassenen worden, over pesten en over vriendschappen, over zoeken en jezelf vinden. Ik heb ze als volwassen lezer eindelijk gevonden.
Ik wil in deze blog geen uitspraken doen over het onderwijs en wat wel of niet goed zou gaan. Het is niet mijn gebied, dus ik wil het bij mezelf houden. Bij mijn eigen ervaring, van iemand die graag las en dit gevoel een tijdje verloren was. Wat had ik graag een docent gehad die één van deze boeken aan mij had aangeboden of elk ander boek dat mij het tegendeel had kunnen bewijzen. Wat had ik graag een docent op de HAVO gehad die even echt had gekeken naar wat het aanbod was en wat zijn jonge studenten nodig hadden. Want wat nodig is, is simpel: leesplezier en een moment van herkenning.
Jonge lezers, ik gun jullie iemand die dat ziet.
1 Comment
Volgens mij herkennen heel veel mensen jouw verhaal en ik ben er eentje van… Als kind las ik alles wat los en vast zat en was wekelijks in de bieb te vinden. Bij het lezen voor mijn eindexamens verloor ik het plezier: ik telde de bladzijden en kon niet meer normaal genieten van een boek. Tijdens mijn studie las ik bijna alleen maar studieboeken. Maar de liefde voor boeken zat nog wel ergens, want toen ik geen studieboeken meer hoefde te lezen, begon ik romans te kopen voor in de trein (er waren toen nog geen smartphones). In die tijd ben ik ook weer lid geworden van de bibliotheek. Later ontdekte ik boekenblogs en dat heeft mijn liefde voor lezen erg gestimuleerd. Het is zo leuk om leeservaringen met elkaar uit te wisselen 🙂
Ondertussen hoeven scholieren nog maar een paar boeken te lezen in plaats van hele stapels, wat ik op zich wel een goede ontwikkeling vind. Maar de kans om een boek te treffen dat je geweldig vindt, wordt daarmee wel lager. Docenten spelen daar een belangrijke rol in, maar ook wat er wordt voorgeschreven vanuit de overheid. Want ze moeten leerlingen natuurlijk wel voorbereiden op hun examens.