Waar ik liever niet aan denk bestaat uit een verzameling van truien, New York, een tweeling, een eenling. De bouwstenen voor een bijzonder boek.
Waar ik liever niet aan denk (2020)
Als je hard je best doet en denkt: dit ga ik voor de rest van mijn leven onthouden, dan onthoud je het. Alleen mensen houd je er niet mee vast. Die kunnen gewoon opstaan en het beeld uit lopen. Gelukkig heeft de hoofdpersoon een tweelingbroer, de enige van wie ze zeker is, waardoor ze dus nooit echt alleen zal zijn. Tenminste, dat denkt ze. Zij verzamelt truien. Hij heeft twee katten. Ze houden allebei van New York, en zouden er, wat er ook gebeurde, samen heen verhuizen op hun achtentwintigste. Maar opeens wil hij liever een tijdje zonder haar. Waar ik liever niet aan denk beschrijft op bedrieglijk nonchalante, maar uiterst indringende wijze wat er gebeurt als de persoon op wie je je hele bestaan hebt gebouwd er plotseling niet meer is.
Een tweeling
“New York kent zelfmoordloze dagen. Het zijn geen feestdagen, ze worden niet van tevoren aangekondigd. 12 juli 1993 was een zelfmoordloze dag in New York, lazen mijn broer en ik de volgende dag op teletekst.”
Bladzijde 15 van de tweede roman van Jente Posthuma. Haar eerste roman, Mensen zonder uitstraling uit 2016 heb ik niet gelezen. Maar als dat boek half zo intens is als deze, moet dat nog even wachten. Want dit bovenstaande citaat staat op bladzijde 15.
We leren een jongen en een meisje kennen, een tweeling, die in hoofdstuk 1 en 2 een onderzoek doen naar waterboarden en ook daadwerkelijk een experiment uitvoeren. En dus ook een tweeling die bewust is van cijfers van zelfmoord in New York. Ze zijn dan 13 jaar.
Op een fragmentarische wijze kruipen we steeds een beetje dichter in de buurt van deze tweeling, beschreven door de ogen van Twee, het zusje. Omdat het boek uit fragmenten bestaat, kort – elk fragment zijn eigen pagina – is dit een boek wat je in een enkele middag uit kan lezen, misschien zelfs in een enkele zit. Maar ik wilde er eigenlijk zo lang mogelijk mee doen. Want deze inhoud past niet bij een enkele middag.
Want in deze fragmenten zijn emoties te vinden. Soms enorm helder – “Dat was toen mijn gevoelens nog aan de buitenkant zaten en ik niet wist dat dit niet de bedoeling was.”– maar ook metaforen –“Even was 1 WTC het hoogste gebouw ter wereld… Maar wat is erger? Heel even het hoogste gebouw ter wereld zijn geweest of nooit het hoogste gebouw ter wereld zijn geweest omdat de toren naast je altijd net iets hoger was?” – soms zelfs in hetzelfde fragment. Het contrast zo in-your-face dat het meteen opvalt. Het ene kan niet gezegd of geschreven worden, moet met een omweg, maar het andere wel. En je weet als lezer eigenlijk niet welke van deze twee emoties gevoeliger is.
Voor en na
Waar ik liever niet aan denk gaat over wat er gebeurt als de persoon op wie je je hele bestaan hebt gebouwd er plots niet meer is, kondigt de achterflap aan. En daardoor ga je dit boek met bepaalde verwachtingen in, vooral als op bladzijde 15 al zulke heftige thema’s worden besproken. Het lijkt alsof je bijna wacht tot er echt iets gebeurd. Alsof we een weg volgen terwijl je zeker weet dat er op de horizon iets naars staat te gebeuren. Maar eerste krijg je de geschiedenis voorgeschoteld, waarin de verteller zelf ook nog aan het zoeken is. Want de vragen waarom? en hoe verder? zijn nog aanwezig. Juist bij Twee.
“Mijn broer zei dat hij stuk was en niet meer te repareren. Hij lag op zijn bank. Je bent niet perfect, zei ik. Dat is niet hetzelfde als stuk. Hij sloot zijn ogen en schudde zachtjes zijn hoofd, maar toch leek hij even gerustgesteld.”
Maar in de laatste bladzijdes voelde ik me een beetje verloren. Waar mijn interpretatie van de losse fragmenten zorgde voor een duidelijke rode lijn door het boek, voor en na, kon ik mijn voeten niet meer zo goed vinden in het na. Thema’s kwamen voorbij, de metaforen sterker dan ooit, maar ik kon ze niet meer zo goed passen in de puzzel waar dit boek uit bestaat. Is dat een geval van iets te veel willen in een boek van te weinig bladzijdes? Of juist misschien heel realistisch?
Want als een tweeling een eenling wordt, is de aanwezige emotie dan niet ‘verloren’ of ‘zoekende’? Hoort dat sowieso niet de overdonderende emotie in het boek te zijn?
Kortom
Ik nam mijn tijd met het lezen van Waar ik liever niet aan denk van Jente Posthuma, want dit is een boek waar je eigenlijk geen haast bij mag hebben.
Het lijkt alsof dit boek bestaat uit bouwstenen, een collectie van truien, New York, de tweeling. Daar houden we ons als lezer aan vast. Maar dan wordt de tweeling een eenling en de bouwstenen vallen op de grond.
Voor mij was de eerste helft van het boek sterker dan het tweede, maar misschien is het eigenlijk te simpel om te zeggen dat het ‘voor’ beter is dan het ‘na’.
Details
Titel: Waar ik liever niet aan denk
Auteur: Jente Posthuma
Uitgeverij: Uitgeverij Pluim
Datum van verschijnen: mei 2020
Blz: 239
ISBN: 9789492928481
Dank Uitgeverij Pluim voor het opsturen van Waar ik liever niet aan denk. ?
4 Comments
Dat klinkt inderdaad als een heftig boek! Bijzonder al die fragmenten en zo vroeg al zulke woorden.
Maar toch ben ik nog steeds getriggerd om hem eens op te zoeken en te lezen.
Mooie review!
Dank je wel! Ben blij dat het boek je aanspreekt! ?
Soms kan de achterflap je ongeduldig maken. Ik had dat met IJzerkop, al was het daar ook de ondertitel die maakte dat ik zat te wachten op iets dat pas na 100 bladzijden in beeld kwam. Ik vraag me dan wel af of die eerste hoofdstukken wel allemaal nodig waren.
Hoewel ik je vergelijking begrijp, is dit niet het geval voor Waar ik liever niet aan denk. Ik voelde me nergens ongeduldig, de achterflap belooft hier zeker iets maar het boek is goed in balans. Waar ik mijn kritiek voor het “na” noemde, was bijna geen kritiek te noemen rondom dit onderwerp.
Overigens vond ik dit ook niet het geval bij IJzerkop, grappig hadden het hier net over op Twitter, maar jeugdboeken hebben een andere taak dan volwassen boeken, zoals open plekken invullen, achtergrond informatie geven. En dat doet IJzerkop juist heel sterk door op een chronologische manier het verhaal te vertellen van Stans als hoofdpersonage, flashbacks naar het leven voor het leger waren niet goed genoeg geweest. Nu was er een duidelijk motief voor Stans naar het leger te gaan én was het voor de jonge lezer duidelijk waarom dit niet de standaard was.
Maar boeken zijn uiteraard altijd subjectief. 🙂