Raar, abstract en emotioneel. Mijn dagen met Niets is een boek over niets en toch zoveel iets. Het is vooral een nieuwe favoriet.
Mijn dagen met niets (2020)
Elshontely zit thuis met haar moeder. Achthoog. In een flat die zo klein is dat ze zelf in het berghok slaapt. Het is best gezellig, maar als je niet naar buiten mag en niemand mag zien omdat er een epidemie rondwaart, begint het leven toch wel saai te worden.
Elshontely heeft het dan ook wel een beetje gehad.
Maar dan heeft haar moeder een verrassing. Een stok met een touw eraan. En aan het eind zit een stukje brood. Elshontely gaat buiten over de balustrade vissen. En ze vangt Niets!
Achthoog.
Subjectief gezien is dit een nieuwe favoriet en was ik enorm gecharmeerd door dit rare, emotionele en abstracte boek. Maar objectief gezien heb ik vragen, heel veel vragen.
Dat was mijn reactie toen ik Mijn dagen met niets uitlas, dat was, als ik dit typ, nu bijna twee weken geleden. Sindsdien heb ik het boek nog een keer herlezen, en ik kan niet anders concluderen dat dit een nieuwe favoriet is. Ik ben zo gecharmeerd door dit boek. Maar er blijft een kleine “maar” aanwezig, daar kom ik zo op terug.
Dit boek begint in een berghok in een kleine flat op achthoog. Dat is de slaapkamer van Elshontely. Haar moeder zit aan de keukentafel en maakt mondkapjes en Elshontely verveelt zich, de online les is al geweest en alle punten van de dertig-dingen-lijst zijn al afgestreept. Haar vader die in het ziekenhuis werkt slaapt al weken niet meer thuis. En naar buiten mag ze niet, zelfs niet op het balkon. Elshontely heeft namelijk astma en buiten is er een epidemie, waardoor deze twee elementen samen opeens ‘risico’ als resultaat hebben.
Dus Elshontely zit in haar slaapkamer in een kleine flat op achthoog.
“Hallo Eshontely,’ zeg ik.
‘Hallo Eshontely,’ antwoord ik.’
Een raar, pluizig beest.
Mijn dagen met Niets is een boek wat op het eerste oog vrij simpel lijkt, maar dit boek groeit met elke keer dat ik er aan denk. En dat is wat mij meestal opviel aan Mijn dagen met niets.
Elshontely krijgt namelijk op het toppunt van verveling van haar moeder een hengel, met een stukje brood eraan. En als Elshontely deze hengel over de balustrade hangt, vangt ze Niets. Niets, met een hoofdletter. Het vraagt al even iets om daaraan te wennen: Niets is iets.
“Maar kennis met Niets,’ zegt mijn moeder. ‘Zie je hoe schattig ze is? Ze is nog kaal, maar haar ogen zijn al best groot hè?’
Ik kijk en kijk en kijk en kijk. Ik doe mijn ogen een stukje dicht, gluur tussen mijn oogharen door.
En dan opeens zie ik wat.’
Niets; met elke dag is er een nieuwe beschrijving nodig om dit te beschrijven. Eerst nog kaal, wordt Niets een pluizig beest met een bruine, korte vacht. Precies het soort vacht waar Elshontely vanwege haar astma tegenkan. Niets heeft ogen die op parelmoer lijken, wel 7 poten en zelfs veren komen tevoorschijn. Ze eet brood, heel veel brood. En ze groeit, heel erg hard. Al snel past ze niet meer in de flat.
Alhoewel een jonge ervaren lezer zich goed zal kunnen vinden in dit verhaal met een gezonde dosis verbeelding en fantasie, zit er naar mijn idee ook nog een andere laag verstopt in dit boek. Want ik bleef me maar afvragen, wat is Niets? Is Niets de ruimte die de pandemie in ons leven heeft ingenomen? Zo raar en zo niet te vergelijken met wat wij kennen dat het inderdaad een dier zou kunnen zijn met 7 poten en een korte bruine vacht? Of is het iets anders? Iets wat alle ruimte in huis opneemt en het de eigenaar niet meer lukt om de deur uit te doen? Een verzinsel van een moeder ten einde raad – haar kind die zoveel risico loopt, hoe hou ik haar binnen – zorgen die te groot zijn voor deze kleine flat?
Kortom
Mijn dagen met Niets, een boek wat ik waarschijnlijk nog vaak zal bezoeken. Een boek over Corona, waar op de achtergrond de tv aanstaat en een minister-president spreekt, maar ook een groot en pluizig beest aanwezig is. Realistisch, raar.
Voor een boek van 110 bladzijdes met een redelijk simpele schrijfstijl; korte zinnen en een ik-perspectief, doet dit boek heel veel. Het was iets anders dan ik van tevoren had verwacht, en stiekem ben ik nog steeds op zoek naar een boek die de epidemie voor mij begrijpelijk kan maken. Ik las al volwassen boeken over Corona; een verzameling kronieken en een boek wat spreekt van een sombere toekomst. Maar alsnog was dit onderwerp in goede handen bij Mireille Geus. Het resultaat is een boek met veel subtiele verwijzingen: het voorlezen van het sprookje van Rapunzel, ook over een meisje hoog in een toren en een beest met 7 poten wat voor zoveel meer kan staan. Maar ook ware emoties, iets wat de lijn tussen fictie en realiteit compleet doorbreekt.
Ik noem het opnieuw, dit boek is voor een goede en ervaren jonge lezer. De uitgeverij noemt zelf de leeftijd van 10+, ik zou het misschien nog iets verder pakken. De ideale lezer is een lezer met boordevol fantasie en verbeelding en houdt vooral van een beetje raar en een beetje mooi.
Want ik was toch wel heel erg gecharmeerd door Niets, hoe raar en niet te begrijpen ze ook mag zijn.
“Nou, het gaat vandaag toch best goed,’ zeg ik. ‘En met jou, Elshontely?’
‘Ook best goed,’ antwoord ik.
‘Dat is dan mooi,’ zeg ik.
‘Dat is dan heel mooi,’ antwoord ik.”
Details
Titel: Mijn dagen met Niets
Auteur: Mireille Geus
Uitgever: Lemniscaat
Datum van verschijnen: september 2020
Blz: 110
ISBN: 9789045124360
Dank uitgeverij Lemniscaat voor het opsturen van dit bijzondere boek!