Jeugdsentiment, dat roept het herlezen van Thea Beckman’s boeken bij mij op. Een bijzonder gevoel.
Op dit moment herlees ik Kinderen van Moeder Aarde en ik geniet. Even ben ik weer 9. De herinneringen zijn aanwezig en ik maak ze nu weer opnieuw.
Ook tijdens het werken op een jeugdafdeling in een bibliotheek, waar ik het afgelopen jaar omringd was door boeken die mij vaak bekend voorkwamen maar die ik niet altijd zo goed kan plaatsen, kwam dat gevoel – dat bijzondere, herkenbare gevoel – vaak naar boven.
Die kriebel
Ik kan eigenlijk niet zo goed benoemen welke boeken ik vroeger heb gelezen, zeker niet met zekerheid. Veel van mijn gelezen kinderboeken heb ik niet meer of nooit gehad. Ik ben namelijk een lezer geworden door de bibliotheek. Samen met m’n moeder op de fiets naar de bibliotheek in het centrum, met een stapeltje in de tas terug naar huis, dat herinner ik me. Maar titels en schrijvers?
Enkele namen zijn mij bijgebleven. Zoals bijvoorbeeld Thea Beckman en Simone van der Vlught, zij waren met hun historische jeugdromans verantwoordelijk voor een groot deel van mijn leeshonger. Paul Biegel is mij voorgelezen op school, net als Tonke Dragt. En ook de echte klassiekers als Dolfje Weerwolfje, de Hoe overleef ik-reeks en heel veel boeken over dolfijnen (??) roepen fijne herinneringen op.
Maar vroeger had ik geen Goodreads. En veel van mijn gelezen boeken en de bijbehorende leeservaringen zijn daarom verloren gegaan met de jaren. Alleen dat gevoel is overgebleven, maar dat gevoel is sterker dan die verloren naam of titel. Een kriebel in m’n onderbuik als ik een boek oppak en me opeens besef dat ik dit verhaal eerder ben tegengekomen.
‘Hé, jou ken ik wel’
Een boek waar ik wel zeker van ben is het boek op de foto’s die bij deze blog horen; Heksendubbel van Mary Schoon. Een bundel met de avonturen van heksen Grizela en Ratja. De bladzijdes zijn geel geworden en rafelen aan de randjes (past eigenlijk wel bij een boek over heksen hè?) en het moment dat ik dit boek opensla weet ik het zeker.
Tijdens het lezen van de eerste zin is daar die kriebel weer: ‘Hé, jou ken ik wel, hoi favoriet’, fluistert dat jeugdsentiment.
Alledaagse magie.