De Nachtbouwer is een bizarre coming-of-age roman, de lezer weet niet altijd wat er precies speelt, maar het boek laat je niet los.
Nachtbouwer (2020)
Een architect staat op het punt de grootste opdracht van zijn carrière in de wacht te slepen: een innovatief public-private complex dat zowel een school als een winkelcentrum moet herbergen. Maar zijn gemoedsrust gaat aan het wankelen wanneer hij wordt geplaagd door herinneringen aan zijn jeugdjaren: vechtpartijen, sirenes, dodelijke slachtoffers. Alleen weet hij niet meer wie er nu precies doodging. En hoe heeft die onhandelbare scholier het in godsnaam tot architect geschopt?
Hoe meer hij zich herinnert van de turbulente nachten, de merkwaardige dromen en de zonderlinge figuren die zijn adolescentie kleurden, hoe meer de volwassen architect worstelt met de wereld en met het beton. Alles leidt terug naar de fatale nacht die hem heeft gemaakt tot wie hij is.
Twee levens
“Ik zal beginnen met de scherpste herinneringen, en hoop dat, terwijl het verhaal zich ontvouwt, de mist zal optrekken en alle contouren zichtbaar worden. Zo kan ik samen met jou, beste lezer, de anamnese bedrijven, dat is minder eenzaam, en het is goedkoper dan naar een therapeut gaan.”
En precies op de manier presenteert Nachtbouwer zich aan de lezer, het is een boek wat vanaf het eerste moment zijn kaarten laat zien. Aan de ene kant, de volwassen man; een architect, calm and collected. En aan de andere kant de tiener, de 17-jarige versie van de volwassen man. Een zelfbenoemde probleemjongere, die in de openingsscène witte lijntjes op z’n bureau heeft liggen. Een tiener die een seksuele relatie heeft met zijn wiskunde docente. En een zoon die een alcoholistische moeder heeft en geen vader. Het heeft bijna iets kwetsbaars om deze 17-jarige te leren kennen, hij is vanaf de eerste bladzijde open en eerlijk. Bijna, want dit is geen personage om te aaien.
Het is aan de lezer om deze twee kanten aan elkaar te rijmen. Hoe komen we van deze 17-jarige naar de volwassen architect? En wat heeft die ene fatale nacht hiermee te maken, is het wel een kwestie van één fatale nacht?
Een duizelingwekkende mix
Zoals het citaat van Walter van den Broeck al aangeeft op de achterflap is Nachtbouwer een duizelingwekkende mix van elementen: het is grof – seks, drugs en geweld zijn de grote lijnen van het boek. Want ik noemde het al, dit hoofdpersonage is geen personage om te aaien. Zijn beschrijvingen van andere personages en het leven zijn gruwelijk, zelfs als het om zijn beste vriend gaat. En de situaties waar hij zich in mengt zal voor de meeste lezers niet voor te stellen zijn.
Maar dit boek gaat om meer dan alleen dit hoofdpersonage. Zoals omschreven wordt in het boek heeft de architectuur een spirituele kracht. Hebben we het dan over de bedrukkende sfeer in de kleine flat waar ons hoofdpersonage samen zijn moeder leeft? De omgewoelde werf, een lege vlakte waar een ekster boven vliegt met donkereblauwe vleugels? Of is het misschien de flat waar deze 17-jarige een relatie onderhoudt met zijn wiskunde docente, waar blauwe plekken aanwezig zijn?
Of misschien, heel misschien, is het toch de plek van dromen? Iets wat als de Hel kan worden omschreven, een plek waar alles samenkomt, diep onder de grond.
“Op een avond vertelde ik hem over mijn dromen, waarin de hoofdrol meer door gebouwen dan door mensen werd vertolkt.”
En deze spiritualiteit leidt soms tot bladzijdes vol met beschrijvingen en overpeinzingen. Bladzijdes waarbij het vooral voelt alsof de lezer iets van de drugs in het systeem van de tiener heeft meegekregen. Toch blijft dit boek mooi in balans. Want elke keer als de lezer verdwaald lijkt te zijn in de filosofie of de bizarre mystiek waar de tiener zich in mengt en het gevoel bekruipt dat de volgende bladzijde misschien echt te veel zal zijn, wisselt het perspectief.
En zijn we weer even in de huidige tijd te vinden, waar de volwassen architect ons geruststelt:
“Blijf nog even bij me, lezer. Ik weet dat het verwarrend is… Ik hoop dat ik je geduld niet te veel op de proef stel met al die lijken. Maar we hebben het toch goed samen?”
Kortom
Nachtbouwer, ja… Nachtbouwer. Wat kan je over dit boek zeggen, een debuut wat je uitleest en een beetje beduusd achterlaat?
Het boek herinnerde me aan een ander boek wat ik dit jaar las, Maanscherf. Niet in plot, maar vanwege het gevoel. Beide boeken hebben een desoriënterend effect op de lezer, waardoor constant de vraag speelt wat realiteit en wat een feverdream is. En je vooral afvraagt wat jouw rol als lezer is te midden van dit alles.
In de kern is Nachtbouwer een coming-of-age roman, waar een 17-jarige tegenover de volwassen man staat. Hoe worden we wie we zijn, wat is de invloed van de mensen in ons leven en is de knop echt zo makkelijk om te zetten. Het is een boek waarbij constant de vraag speelt of je wel verder wilt lezen, want echt begrijpen doe je niet. Maar dan klinkt de stem uit het boek en pakt het boek de lezer weer bij de hand. En je blijft zitten en slaat de bladzijde toch nog een keer om.
De 17-jarige werd een volwassen man, een architect. Of misschien toch niet?
Details
Titel: Nachtbouwer
Auteur: Michaël Brijs
Uitgever: Polis
Datum van verschijnen: oktober 2020
Blz: 240
ISBN: 9789463105132