Ik heb nog maar één geschikt woord voor Ik heet Reinier en ons huis is afgebrand gevonden: Meesterlijk. Maar eigenlijk is dat wel te verwachten van een nieuwe Joke van Leeuwen.
Voor een les gedurende het eerste jaar van mijn master jeugdliteratuur, over de verhouding tussen woord en beeld, werd ons als studenten opgedragen om Deesje (1985) te lezen. Tussen woord en beeld kunnen verschillende relaties bestaan en hoewel ik jullie niet ga vervelen met deze theorie, was een boek van Joke van Leeuwen uiteraard een goed voorbeeld om hier ervaring in op te doen. Want Joke van Leeuwen boeken zijn heerlijk om te lezen maar ook om naar te kijken. Deesje is maar één van de talloze boeken die schrijver en illustrator Joke van Leeuwen geschreven heeft en vandaag staat er een nieuw boek van deze schrijver centraal, weer een genot voor het oog; Ik heet Reinier en ons huis is afgebrand.
Ik heet Reinier en ons huis is afgebrand (2020)
De avond dat het huis van Reinier afbrandt, verandert zijn leven voor altijd. In dit dagboek schrijft hij over hoe het daarna was, en wat hij te weten komt over wie er lang vóór hem iets met dat huis te maken hadden.
“Ik dacht dat het een gewone nacht zou worden.”
Een donkerblauwe omslag met een oud huis, een versierde voordeur en het meest opvallende; een brand gezien door het raam.
En precies daar begint het nieuwste boek van Joke van Leeuwen. Met Reinier die in zijn dagboek schrijft dat hij dacht het een gewone nacht zou worden.
“Dat ik gewoon in slaap zou vallen en de volgende ochtend gewoon wakker zou worden. Dat ik gewoon zou ontbijten en gewoon naar school zou gaan. Maar als je door de dakgoot moet kruipen is niks meer gewoon.”
Niets is meer gewoon als je door de dakgoot moet kruipen. Zelfs al. begrijpt Reinier hier zelf de implicaties niet van, merkt hij het wel aan alles om hem heen. Aan het nieuwe huis waar hij met z’n ouders gaat wonen waar niets echt van hen is en waar Zwabbertje de hamster ook niet meer bestaat. Op school waar Reinier opeens heel interessant is, want hij heeft iets meegemaakt waar anderen niets van begrijpen. En Reinier merkt het ook aan het nachtlampje dat hij nu toch liever de hele nacht aanheeft.
Waar de eerste bladzijde een dagboekfragment is volgt hierna een uitbundige vormgeving; alles van een schilderij van een verloren piano, tekeningen van Reinier’s hand en zelfs een strip van de nacht waarop de brand uitbrak in het huis. Deze vormgeving volbrengt twee doelen; het trekt de aandacht van de lezer en het geeft het boek veel lucht. Dat hoewel de implicaties zwaar zijn, de jonge lezer dit net niet helemaal kan doorgronden maar wel kan ervaren. Een jongen die schrijft over het verlies van zijn hamster en al de verloren spullen is toegankelijk zonder het ooit mee gemaakt te hebben.
Een huis en een ziel
Maar Ik heet Reinier en ons huis is afgebrand gaat nog verder. Hoewel het boek over Reinier en zijn dagboek gaat, is hij niet het enige personage dat aan het woord komt. De kleurrijke vormgeving maakt plaats voor zwarte bladzijdes, misschien ook figuurlijk, waar het silhouet van drie meisjes op zichtbaar wordt.
“Oude huizen hebben een ziel. Ik weet niet wat een ziel is. Misschien is het iets wat je kunt ruiken in een oud huis. Ons nieuw opgebouwde huis zal anders raken dan het oude.”
En deze ziel komt tot leven in dit boek als Ietje, Mitzi en Henke. We ontmoeten Ietje als eerste wanneer ze opeens naast Reinier in haar nachtpon in zijn zolderkamertje verschijnt. Ze lijkt een beetje licht te geven en neemt ons mee terug naar 1955. Toen het nu afgebrande huis niet van Reinier, maar haar huis was.
Dit herhaalt zich hierna nog twee keer met Mitzi, een ondergedoken meisje in WO2 en Henke, een dienstmeisje. De drie verhalen van de drie personages geven een ander perspectief op “mijn huis” en wat er die ene nacht allemaal verloren is gegaan.
Een jonge lezer zal deze bladzijdes en extra verhalen op zijn eigen manier interpreteren, de toon is anders dan van Reinier zonder de lezer te veel uit het verhaal te halen. En ik denk dat een iets meer ervaren jonge lezer vooral het verhaal van Mitzi zal herkennen. Een Joods meisje wat ondergedoken zit en haar eigen naam niet mag gebruiken. Maar ook de andere twee perspectieven geven een nieuw beeld van wat een thuis nu precies is.
Kortom
Kortom? Ja, meesterlijk. Wat kan ik hier nog aan toevoegen? Ik heet Reinier en ons huis is afgebrand doet mij opnieuw hopen dat Joke van Leeuwen nog heel lang boeken blijft schrijven.
De mix van geschiedenis, magisch realisme maar ook het verhaal van een jong kind – er is veel om te te ontdekken in dit boek. Het is een verhaal wat zich leent voor een jonge lezer om alleen gelezen te worden, een heftig onderwerp wat door een luchtige toon van vertellen en mooie vormgeving behapbaar is gemaakt. Het einde is iets te netjes, maar dat doet voor mij persoonlijk geen afbraak aan het grote geheel.
Om de echte nuances te begrijpen is dit een prachtig boek om in een klas of met een ouder te bespreken. Ik heet Reinier en ons huis is afgebrand is een boek wat zal leiden tot meer gesprekken en meer informatie om gedeeld te worden.
Details
Titel: Ik heet Reinier en ons huis is afgebrand
Auteur: Joke van Leeuwen
Uitgever: Querido
Datum van verschijnen: juni 2020
Blz: 103
ISBN: 9789045125121