BOEKBABBELS 07/07/2022

“Maar er is wel ruimte voor verhalen. Omdat er in mijn leven altijd ruimte is voor verhalen.”

Ik heb een drukke week. En in deze drukke week is er even geen ruimte voor die dikke fantasy waarin ik begonnen was, of dat ene reflectieve, literaire boek over de zomer van de eerste verliefdheid.

Maar er is wel ruimte voor verhalen. Omdat er in mijn leven altijd ruimte is voor verhalen. En die verhalen zocht ik in de kinderboeken, omdat die verhalen soms nog dichterbij het echte leven staan dan alle anderen. Ze zitten bomvol waarheden, goede aanmoedigingen, pleisters voor op zere harten.

En zo las deze week ik las over een stel vrienden die echte gamehelden worden; een verhaal waarin samenwerken centraal staat, waarin het goede het overwint van het kwaad. Precies zoals het hoort. 

Zo las ik over een Yark, een monster met grote tanden en brullende honger. Een zoektocht naar iets om die honger te stillen: het liefst brave, lieve kinderen want van stoute kindjes krijg je toch zo’n buikpijn. Maar als iemand zo lief is, en zelfs lieve woorden genoeg heeft voor zo’n monster, kan je zo’n kind dan nog wel opeten?

Op woensdag las ik over een broer. Een broer die zijn herinneringen telt. Het zijn er, om precies te zijn, honderdzeventwintig die hij deelt met zijn recent overleden broer. Hoewel hij heel erg graag wilde dat het er wel duizend zouden zijn. Maar dat gaat niet meer gebeuren, en het is maar de vraag of de robot die voor hem in de plaats is gekomen dat besef zelfs maar iets kan verzachten. Ik kreeg hartzeer, maar ook iets anders. Een traan en een glimlach.

Ik las over een zeemeermin, een geheime zeemeermin, die dus ’s nachts in bad gaat zitten en zout in het water sprenkelt. Als ze dat doet zijn de kriebels in haar tenen niet meer te houden en verschijnt er een zilverkleurige staart. Ik droom samen met haar van die zeegeur, die zo’n honger op gang brengt: “Geen honger naar eten maar naar… naar alles. Naar Onder Water, zwemmen, haar staart voelen, de bruisende golven, het zoute water dat haar huid aait. Alles.” En zodoende geloofde ik weer even in alle wonderen van de wereld.

En zo lees ik vandaag dus over Leif. Leif de Ongemakkelijke, Leif de Irritante, etc. 

Vikings zijn normaal stoer en heldhaftig, zoals de zus van Leif, Ravna. “Alles aan haar was sterk. Haar armen bijvoorbeeld. Met de kleine bijl die aan haar riem bungelde, hakte ze in korte tijd zo een boom om.” 

Maar Leif is dat dus niet, niet zoals een echte Viking. Nee, Leif is eerder klungelig en mager en hij gelooft ook nog in trollen (en dat is echt heel raar). En dus is het ook Leif de Flapdrol.

Maar op blz. 31 staat: “Als je niet in jezelf gelooft, zal niemand in je geloven.” Dus wie weet waar dit verhaal nog naartoe zal gaan. En wat ik mag meenemen, dicht bij me mag houden, na afloop. 

Ik ga weer verder met lezen. Wereld uit. Verhalen aan. 


You Might Also Like

Leave a Reply

Geverifieerd door MonsterInsights