Een duik naar het onbekende
De afgelopen weken ontbeet ik elke ochtend in de diepe oceaan. Dat was best een beetje spannend, want de meeste diersoorten in de oceaan zijn nog niet eens ontdekt. En de soorten die wel ontdekt zijn, zijn niet bepaald knuffelachtig. Een beetje spooky zou een betere beschrijving zijn.
Toch, hoe dieper ik dook – mijn ontbijt in de ene hand, een kop thee in de andere – hoe meer ik de charmes begon te zien van deze zeedieren. Zoals de lamantijn, een soort zeekoe die Columbus ooit voor een zeemeermin aanzag. Zo sierlijk als een zeemeermin zijn lamantijnen misschien niet, maar wat deze zeedieren wel als de beste kunnen is vanwege een uitstekend – doch waarschijnlijk niet zo lekker ruikend – luchtsysteem zich zelf gracieus voortbewegen door de zee.
Of zoals het blaadjesschaap, die als een soort van mini-zee-naaktslak met veel te lieve oogjes zich voortbeweegt over zeewiervelden diep in de zee. Dit zeediertje van nog niet eens een halve centimeter groot ziet eruit als een soort van groene dennenappel met pimpelpaarse punten en eet het liefst groente (of is dat eigenlijk min of meer verplicht).
Of zoals het zeepaardje, die misschien lijkt op een ontwerpfoutje maar eigenlijk supergoed in elkaar zit. Want zonder maag, tanden en buikvinnen lijkt het leven een beetje moeilijk weet dit kleine paardje van de zee zich prima te redden in zijn omgeving:
“Zelfs de meest oplettende kreeftjes voelen hem zelden aankomen. Binnen 0,005 seconden heeft het zeepaardje ze al naar binnen gezogen. Negen van de tien jachtpogingen zijn raak. Cijfers waar een tijger of jachtluipaard zielsgelukkig mee zou zijn.”
Een stap buiten mijn comfortzone
Of zoals de kegelslak of plankton of de kaakvis of of of!
Het is moeilijk om een favoriet zeedier te kiezen uit Een slijmzoen voor je oma van Matthijs Meeuwsen. Het verraste me hoe ik elke ochtend uitkeek om opnieuw onder te duiken. Want eerlijk is eerlijk, eigenlijk combineert dit boek twee elementen die mij als lezer een beetje intimideren: non-fictie én korte verhalen in plaats een enkel doorlopend verhaal. (En ook de zee vind ik een beetje spannend).
Misschien waren het de kleurrijke en dynamische illustraties van Paco Vink, die levensgetrouw maar met z’n eigen signatuur voor elk dier een eigen portret maakte of misschien was het de liefde waarmee de schrijver de zeedieren een gezicht geeft. De toon van het boek blijft luchtig en grappig, toch is het onmiskenbaar hoe Matthijs Meeuwsen deze zeedieren koestert en met de lezer wil delen. Ik genoot van deze kennismaking.
“Een kleine waarschuwing is wel nodig: na het lezen van dit boek vind je het op het droge maar een saaie bedoeling. Dan vraag je je ineens af waarom leeuwen eigenlijk geen licht geven.”
Op naar meer korte verhalende non-fictie dan maar. Soms is het goed om buiten je comfortzone te stappen en een duik te nemen. Heeft iemand tips?
Tot volgende week!
1 Comment
Enkele van mijn favorieten zijn Polder en Noord van Marieke ten Berge, Stoere verhalen over kunst en Er was misschien eens. En niet te vergeten de kleine geschiedenis van de mens door dierenogen.