“Jij stond op de maan. Want daar woonde je – op de maan.”
Het lijkt een raar begin voor een Japans sprookje, maar dat is het begin van Het bamboemeisje van Mattias de Leeuw en Edward van de Vendel.
Het bamboemeisje (2020)
Wanneer een oude bamboesnijder tussen de bamboe een klein meisje vindt, kunnen hij en zijn vrouw hun geluk niet op. Ze zorgen voor haar alsof ze hun eigen kind is. Maar als Jie oud genoeg is om te trouwen, wil ze haar ouders niet verlaten. Voor iedere man die om haar hand komt vragen bedenkt ze daarom een opdracht die onmogelijk te volbrengen is.
Tot er een jongen komt op wie Jie verliefd wordt. Hoe kan ze nu kiezen tussen hem en haar ouders? En wat moet ze doen als ook hij zijn onmogelijke taak niet volbrengt?
Kijk, daar was het.
Oi.
Op de eerste bladzijde ontmoeten we een nog anoniem personage. Iemand die blauwe limonade voor zichzelf inschenkt en een pak grote roze koeken uit de kast haalt. En dan gaat zitten met een verrekijker, bovenop de maan. De verrekijker ziet veel; paarse stormen en schuimende watervallen. Maar de verrekijker laat zijn blik rusten op een eiland, Oi, een klein lapje land in Japan. Waar goede mensen wonen.
We richten onze blik samen met de verrekijker op Oi. En daar, op dit kleine lapje Japanse land, ontmoeten we de oude bamboesnijder en zijn vrouw, de jurkenmaakster. Het stel is oud, en ze maken grapjes dat hun rimpels niet meer te tellen zijn. Want grapjes maken houdt het verdriet buiten de deur, als ze grapjes maken hoeven ze niet te denken aan hun laatste en meest dierbare wens: een kindje. Een wens die helaas niet was uitgekomen.
Tot de bamboesnijder een piepklein meisje in een bamboestengel vindt.
“Jie’, hoorde hij weer.
De bamboesnijder zakte op zijn knieën,
tuurde naar de plek waar een nieuwe
(bamboe)scheut begon – en nu dacht hij ook nog eens
dat hij dingen zág die er niet waren.
Want hij zag een meisje.
Ze was maar een centimeter of elf lang.
Ze droeg een prachtig blauw jakje en er zaten
donkerblauwe schoentjes aan haar voetjes van vlees.
Alles aan haar was echt en alles aan haar was klein.”
Een bijzonder boek van een bijzonder duo
Blader door dit boek, lees ademloos de tekst, kijk naar de prachtige, sfeervolle illustraties van zwarte inkt en penseelstreken. En het is niet moeilijk om te verzinnen waarom de naam van illustrator Mattias De Leeuw bovenaan staat op de omslag. De tekst is te lezen zonder het beeld, wat het naar mijn mening een geïllustreerd verhaal maakt. Maar de op kaligrafie geinspireerde illustraties geven dit boek zijn karakter, geven de personages hun leven.
Het zorgt voor een bijzonder boek van een bijzonder duo. De korte stukjes tekst van Edward van de Vendel begeleiden de lezer door het verhaal, simpel taalgebruik waar de mooiste beeldspraak naast mag bestaan:
“Als de jurkenmaakster en de bamboesnijder
nadachten over hun blije meisje, dan begrepen ze
niet waaraan de het verdiend hadden – zo’n kindje
dat speelde als een ijsvogeltje, dat giechelde met
het geluid van wegzwaaiende vlindervleugels.”
En hiernaast de grote, paginavullende illustraties van Mattias de Leeuw, die ook op zichzelf ook een verhaal vertellen, van een tijd en land ver weg. Een perfect samenspel tussen tekst en beeld.
Het vinden van het kleine bamboemeisje is nog maar het begin van dit Japanse sprookje. In ons achterhoofd denken we nog even terug naar de maan, de blauwe limonade en de verrekijker. Maar het sprookje neemt ons bij de hand en onze aandacht richt zich alleen nog maar daar op.
Het meisje – Jie, naar het geluid wat haar vader hoorde toen hij haar vond – groeit op, en haar ouders willen niets liever dan haar laten trouwen. De kandidaten staan al klaar, want Jie – met de echte naam Nayotake no Kaguya-hime of De Stralende Prinses van het Soepele Bamboe – is zo mooi dat ze niet van deze wereld lijkt. Elke kandidaat geeft ze een moeilijke opdracht, want verzucht Jie, trouwen is voor haar eigenlijk onmogelijk. Tot op een dag een jongen zonder naam voor haar staat, en de liefde niet meer zo onmogelijk lijkt…
Kortom
Ik moet eerlijk toegeven dat ik nooit zo’n fan ben geweest van sprookjes. Maar ik las Het Bamboemeisje ademloos, een prachtige combinatie van tekst en beeld. Een bijzondere combinatie van de maan en de magie van het echte leven: rimpels en hard werken.
Het feit dat deze blog er is gekomen, een uiting van liefde voor een boek dat ik zo graag wilde delen dat de woorden op de pagina vlogen, zegt hopelijk ook veel.
Ik ben een beetje verliefd geworden op dit verhaal.
Want Het Bamboemeisje vertelt een verhaal van liefde, een verhaal wat simpelweg gewoon niet van deze wereld is. Want zo beschrijft Van de Vendel:
“Zo bleven ze een tijdje staan, want liefde maakt wat vast is vloeibaar en
wat vloeibaar is weer vast – het hangt je vleugels om en tegelijkertijd
spijkert het je spieren aan de grond. Het zet de wereld in zwart-wit,
terwijl het jou en hem, of haar en jou met de kleuren inkleurt
van het allereerste zelf geplukte paradijsboeket
van de allereerste paradijselijke pauwenverentooi.”
Ja, de liefde. De liefde tussen twee personen, maar ook zeker de liefde van een vader en moeder voor een kind. In beide is veel geluk te vinden.
Liefde tot de maan en weer terug.
Details
Titel: Het Bamboemeisje
Auteur: Edward van de Vendel
Illustrator: Mattias De Leeuw
Uitgeverij: Uitgeverij Querido
Datum van verschijnen: januari 2021
Blz: 256
ISBN: 9789021414836
Het boek is te koop bij je (online) boekhandel; koop een boek, koop lokaal!
2 Comments
Wauw. Wat klinkt dit als een mooi boek en wat heb je het mooi omgeschreven. Prachtig!
Wat superlief Nikki, dank je wel voor het lezen! Ik hoop dat dit boek jou ook gaat verwonderen! 💛