Ik heb altijd gezegd dat ik nooit een boek zou willen schrijven, maar als ik zo betoverend over boeken kon schrijven als Leen Huet dat doet in de essaybundel Oud Papier, zou ik dat toch wel overwegen.
Oud Papier (2021)
Zelden is op zo’n begeesterende manier over de liefde voor het ondergesneeuwde of vergeten boek geschreven als in de klassiek geworden essaybundel Oud papier (1998) van de Vlaamse schrijfster, kunsthistorica en filosofe Leen Huet. In tweedehandsboekhandels en antiquariaten laat ze zich leiden door het toeval, wat haar onder meer bij François-René de Chateaubriand, Marie Bashkirtseff, Sarah Bernhardt, Georges Eekhoud, Giacomo Casanova, Virginie Loveling, Selma Lagerlöf en Gustave Van de Woestyne brengt. Met gretigheid, enthousiasme en esprit brengt Huet verslag uit van haar bevindingen. Oud papier is een aanstekelijke lofzang op de literatuur in al haar facetten, die ook bij de lezer tot een onstuitbare leeshonger kan leiden.
De betovering van toevallige ontdekkingen
De essaybundel die bij lezers tot een onstuitbare leeshonger kan leiden werd oorspronkelijk gepubliceerd in 1998. 23 jaar later maakt een nieuwe generatie lezers kennis met het enthousiasme van Leen Huet via de Davidfonds essays.
Voor deze nieuwe editie schreef Huet een nieuw voorwoord. De sterren van deze collectie, de vele antiquariaten die leidden tot deze collectie van verhalen, zijn ondertussen verdwenen en dat is niet de enigste verandering die Huet beschrijft: “Het wereldwijde web heeft de jacht op boeken vergemakkelijkt, maar de betovering van toevallige ontdekkingen verminderd.” Gelukkig is een gedeelte van de vroegere betovering vastgelegd in deze collectie.
De titel van Oud Papier duidt op de verschillende boeken die Leen Huet in verschillende antiquariaten heeft gevonden, het boek is opgebouwd uit 22 essays, waarin steeds een van de vondsten centraal staat. Zoals in ‘Het meisjesdagboek. Vervlogen parfum, geknakte bloem’, een essay dat start met een zoektocht naar een naam:
“Er zijn namen die je lange tijd bijblijven, rustend en wachten om tot leven gewekt te worden. Wanneer dat eindelijk gebeurt, weet je, als ervaren namenbewaarder, dat je het altijd geweten hebt. Het was de moeite waard.”
De essays
De naam in kwestie was Marie Bashkirtseff. Huet kwam deze naam voor het eerst ergens in een voetnoot: “briljant dagboek, wonderkind”. Maar hoe ze ook zocht, het dagboek in kwestie was nergens te vinden. In deze essay beschrijft Huet hoe ze het boek uiteindelijk ergens in een bibliotheek, de Bibliothèque Nationale, vond. Hoe ze de persoon achter het wonderkind leerde kennen. Het essay is een exploratie van het dagboek, maar bevat ook vele andere elementen. Een persoonlijke leeservaring, een verborgen leeshonger, een ontdekkingsreis, een biografie van de persoon die het dagboek schreef, een recensie en toch ook kritiek. Allemaal verwerkt in een enkel essay.
Deze essaybundel laat op een bijzondere manier zien hoe “het lezerschap” vanzelfsprekend met meer vragen en meer honger naar boeken komt. Een enkele voetnoot leidde Huet op een ontdekkingstocht om Marie Bashkirtseff te leren kennen en “toevallige dozen op een rommelmarkt” leidde haar tot een essay over het onbekende The Unlit Lampvan Radclyffe Hall. En dit zijn nog maar enkele voorbeelden van de ontdekkingstochten die te vinden zijn in dit boek.
Alhoewel Huet in haar verantwoording aangeeft dat haar collectie eigenlijk gaat om: “aantekeningen van een gretige, naïeve lezer, die hoopt de gretigheid nu en dan besmettelijk zal blijken.”. Vat ze, naar mijn idee, juist de kern van deze collectie en het lezen in deze zinnen perfect samen. Lezers zijn gretig, enthousiast, naïef. We willen altijd meer om te lezen, altijd meer boeken. Ik heb dat gevoel nog nooit zo goed op papier omschreven zien staan als in Oud Papier.
Kortom
Het essay over Marie Bashkirtseff is maar één van de voorbeelden van deze 22 essays in Oud Papier. Ik zou ze stuk voor stuk willen adoreren in deze blog, maar ik zou je vooral veel aanmoedigen om deze collectie zelf op te zoeken. Het zijn geen simpele boekbesprekingen. Huet stopt in elke essay een beetje van de betovering van het ontdekken van nieuwe verhalen.
We vallen van de ene bespreking in de volgende, steeds een nieuw boek wekt de aandacht van Leen Huet en nu ook van de lezer. De schrijfstijl vraagt wel de aandacht van de lezer, de zinnen zijn vaak een aantal regels lang en ook het taalgebruik is anders dan titels die in 2021 worden gepubliceerd. Maar het is vooral een kwestie van het vinden van het ritme van de taal, dan kan je tanden echt goed in deze essays zetten.
De achterflap belooft de lezer dat dit boek tot onstuitbare leeshonger kan leiden; voor mij is dat zeker het geval. En eigenlijk ontstond deze leeshonger al in de eerste bladzijdes. Om nog preciezer te zijn, in het voorwoord waarin Leen Huet de lezer vergelijkt met een jager, opnieuw een treffende beschrijving van een lezer over een lezer:
“De lezer is een jager. Hij doorkruist de landschappen van de literatuur (boekhandels, bladzijden) om henzelf, uit onbaatzuchtige genegenheid; maar zijn felste momenten komen wanneer hij een spoor vindt naar een boek dat hem, hij weet het, zal vervullen met de zwaarste, rijkste emoties – met de diepste, wildste voldoening. Een boek, kortom, dat thuishoort op de rekken van het boshuis, tussen zijn gelijken.”
En lezers? Oud Papier is een boek dat ook in jouw collectie thuishoort.
Details
Titel: Oud Papier
Auteur: Leen Huet
Uitgeverij: Davidfonds Essays
Datum van verschijnen: februari 2021
Blz: 188
ISBN:9789002269301
Dank voor het recensie-exemplaar New Book Collective!
Het boek is te koop bij je (online) boekhandel; koop een boek, koop lokaal!